Blaassilene

Gepubliceerd door Bart Kingma op

bloemen van de Blaassilene

In de nacht is hij op z’n mooist. Ook bij somber weer kun je van z’n stralende schoonheid genieten. Dan strekken door toenemende cel spanning de kroonbladen zich. En verspreiden de bloemen van de Blaassilene een zoete geur, waar nachtvlinders op af komen. In de zon zitten de kroonbladen wat verfrommeld opgeborgen in de kelk.

Blaassilene hoort tot de anjerfamilie en het geslacht Silene met onder andere de Dagkoekoeksbloem en de Avondkoekoeksbloem. De familietrekken zijnherkenbaar, maar de Blaassilene heeft een opvallend opgeblazen kelk met 20 bleekgroene tot roodachtige nerven. De nectar zit onder in de kelk en insecten moeten zich door een nauwe buis wringen om bij dat lekkers te komen. Bestuiving verzekerd, ware het niet dat hommels geleerd hebben om in te breken door een gat onderin de kelk te bijten.

Van oorsprong is Blaassilene vermoedelijk alleen in Zuid-Limburg inheems, maar de afgelopen twee eeuwen heeft hij zich over het hele land verspreid. Hij is algemeen en je kan hem op de meest uiteenlopende plekken tegen komen. Blaassilene kwam vroeger ook in weilanden voor en het kruid zou de eigenschap hebben om de melkproductie bij koeien verbeteren. Jong blad werd ook door mensen gegeten in soep en salades.

Joost Kievit

[ssba-buttons]