Gewone brunel
De wetenschappelijke naam van deze plantensoort is Brunella vulgaris. Vulgaris is een latijns bijvoeglijk naamwoord dat staat voor algemeen, ook wel gewoon. Door het uiterlijk van de uitgebloeide bruinachtige bloeiwijze kreeg hij de bijnaam bijenkorfje. Hij groeit op verschillende grondsoorten. De stengelbasis kruipt over de grond, wortelt, vertakt en verspreid zich op die manier. De bloeistengel richt zich op.
Enkele insectensoorten gebruiken Brunel als voedselplant. Ze leggen eieren op de plant en de uitgekomen rupsen eten ervan. Vaak veroorzaakt zo’n insect een vergroeiing van de plant en leeft daar dan een tijdje in. Zo is een beursvormige gal bestaande uit een bladpaar aan het uiteinde van een stengel een poosje het onderkomen van een soort galmug. Gebruik door mensen was beperkt, aldus mijn bronnen. In de 16e eeuw gebruikte men jonge scheuten als salade en de gedroogde plant hadden een helende en reinigende werking bij wonden.
Uit onderzoek kwam naar voren dat Gewone brunel zich kan aanpassen aan grotere hoogten. Planten uit het laagland plantte men hoog in de Alpen. Na 20 jaar leverde dat meer gedrongen exemplaren op, grotere en sterker gekleurde bloemen en een betere bouw voor versterkte koolzuur opname. Gewoon en toch bijzonder.
Joost Kievit