Grote brandnetel

Gouden tijden beleeft hij als stikstof minnaar. Stikstof in overvloed. Meer stikstof betekent een groter concurrentievermogen voor de Grote brandnetel. Het stelt hem in staat om andere planten te overwoekeren en grote gebieden in bezit te nemen. Dat zien we overal gebeuren. Iedereen heeft wel eens kennisgemaakt met het verdedigingsmechanisme tegen vraat. Als je de brandharen aanraakt, doorboort een soort uiterst scherpe injectienaald je huid en spuit met kracht vocht met histamine naar binnen. Dezelfde stof die insectenjeuk veroorzaakt.
Grote brandnetel is een geweldige voedselplant voor tal van insecten soorten. Ze leggen eieren op de plant waarna de uit gekomen rupsen deze als voedsel gebruikt. Denk aan vlindersoorten als Dagpauwoog, Atalanta, Kleine vos, Landkaartje, Bruine snuituil, Brandnetelmot en het Brandnetelkapje. Verder tal van soorten wantsen, torren, galmuggen etc. Een plantensoort met enorm veel relaties.
Veelzijdig was ook het gebruik door de mens. Keukengebruik in soep, maar ook in salades (jong blad schijnt niet te prikken) en als gekookte groente. Er werd neteldoek van gemaakt. Grote brandnetel gebruikte men als verfplant, om papier van te maken, maar is gedroogd ook prima veevoer. In de oudheid diende hij als middel om de geslachtsdrift en vruchtbaarheid op te wekken. Grote brandnetel, gewoon maar ook heel bijzonder.