Korenbloem

Gepubliceerd door Bart Kingma op

Onkruid met allure. Korenbloem hoort bij een groep planten die wel eens als akkeronkruiden worden bestempeld. Hij kwam veelal voor in graanakkers, maar met de meer dan efficiënte onkruidbestrijding is hij daar zo goed als verdwenen. Korenbloem zou ruim 8.000 jaar geleden met de akkerbouw over Europa zijn verspreid. Voor onze streken was dat waarschijnlijk een 2e vestiging. Aan het eind van de laatste ijstijd groeiden hier op steppe toendra’s Korenbloemen die met de vestiging van bos verdwenen.

De blauwe bloemkleur kan al sinds de oudheid op bekoring rekenen. Zo gaf Constantijn Huygens in 1672 zijn gedichtenbundel de titel: Korenbloemen. De bloemen zijn ook om een andere reden bijzonder. Door verandering in de cel spanning kunnen ze plotselinge bewegingen uitvoeren. Zo persen de meeldraadtoppen bij aanraking rijp stuifmeel door een gaatje naar buiten. Bezoekende insecten krijgen zo een bepoederde buik.

Korenbloem heeft ook specifieke kostgangers. Een roestzwam, de rups van een vlindertje vindt onderdak in opgerold blad en de larve van een boorvlieg leeft in de bloemhoofdjes. Korenbloem werd vooral gebruikt als verfplant, maar ook in cosmetica en om salades te verfraaien. Naar verluidt zou het sap van de bloemen vermengd met aluin nog steeds azuurblauwe en wateroplosbare verf leveren.

Joost Kievit

[ssba-buttons]