Moerasspirea
De geur van de bloemen valt mij altijd op ik als langs bloeiende Moerasspirea loop. Een zware zoete geur die wat doet denken aan de combinatie van zeep en honing. Hij groeit vooral op vochtige plekken maar ook op drogere grond kun je hem wel aantreffen. Hij bloeit van juni tot augustus met mooie roomwitte trossen. Langs slootkanten kan dat een prachtig lint opleveren.
Moerasspirea is voedsel plant voor verschillende soorten galmuggen. Deze insecten leggen eitjes op de verschillende plantendelen. De plant reageert daarop en vormt gallen. Kleine knobbeltjes waarin de rups van de galmug leeft. Afhankelijk van de soort vind je gele, rode en geel en rood gerande gallen.
Geneeskundig gebruik van Moerasspirea was vroeger veelomvattend. Het hielp tegen gewrichtspijnen, ontstekingen en zwaarlijvigheid. Ook werkte het vaatverwijdend en urine afdrijvend. In de keuken kan het in verse salades verwerkt worden. Toepassing in wijnen zou een extra fijn aroma geven.
Het gebruik als strooikruid verdient vermelding. In de tijd dat mens en dier in dezelfde ruimte leefden, strooide men kruiden op de vloer tegen de stank. Moerasspirea was daar bijzonder geschikt voor. Vandaar de volksnaam Kamerkruid. De geur van zeep en vers gemaaid hooi werd omschreven als een “genot voor de zintuigen”.