Vingerhoedskruid
Prachtige purperrode bloemen heeft Vingerhoedskruid. In een tros wijzen ze allemaal dezelfde kant op. Van onder naar boven komen er nieuwe bloemen in de tros, terwijl onderaan het zaad in de zaaddozen begint te rijpen. Het is een inheemse wilde plant die ook veel in tuinen staat en daaruit ook weer ontsnapt. In de natuur komen, zij het zeldzaam, ook witte bloemen voor.
Een plant kan wel 100 bloemen krijgen en duizenden zaden produceren. Hij heeft typische hommelbloemen. De hommels kruipen helemaal in de bloem om bij de nectar te komen. Elke bloem kan wel een week bloeien en doordat de mannelijke en vrouwelijke bloemdelen niet gelijk rijp zijn, wordt kruisbestuiving bevordert. Vingerhoedskruid plant zich ook vegetatief voort. Rond het bladrozet van de plant komen vaak zij rozetten die weer zelfstandig verder kunnen groeien. Witte exemplaren schijnen veel minder zaad te produceren en ze kunnen hun rozetbladeren niet oprichten als ze in de schaduw staan. Ze vangen dan minder licht en ook dat is een nadeel bij de voortplanting.
Vingerhoedskruid wordt ook gekweekt voor farmaceutische doeleinden. Er wordt digoxine gewonnen uit de bladeren. Dat gebruikt men bij de behandeling van bepaalde hartritme stoornissen. Vroeger zou er heksenzalf van gemaakt zijn en streeknamen als Judasbeurs en Slangenbloem spreken boekdelen. Vingerhoedskruid is zeer giftig.
Joost Kievit