Vlier
Algemener kan bijna niet. Overal kun je deze inheemse struik uit de Kamperfoelie familie wel aantreffen. Hij houdt van stikstof evenals de Grote brandnetel en aan stikstof geen gebrek in onze tijd. De uitbundige bloei kent anders dan verwacht een minder uitbundig insecten bezoek. Er is weinig te halen voor insecten. Zweefvliegen hebben wel waardering voor de vlierbloesem.
De vlierbessen hebben een grote aantrekkingskracht op spreeuwen, lijstachtigen en andere bessen eters. De vogelpoep kleurt er vaak dieppaars van. Verspreiding van de zaden is dan ook geen enkel probleem. Waar poep valt, valt het zaad. Met de mest ligt een vliegende start voor de hand. Zo komen de vlieren ook bovenin knotwilgen terecht.
Op Vlier stammen zit nogal eens een bijzondere paddenstoel in de vorm van een oorschelp. Judasoor parasiteert op Vlier. Judasoor, vernoemt naar Judas Iskariot, dankt zijn naam aan een legende. Toen Christus na het verraad van Judas ter dood veroordeeld werd, wilde Judas zich verhangen. Alle bomen lieten hun takken hangen behalve de Vlier. Aan deze boom kwam hij aan zijn eind, maar de tak brak en op de breuk verscheen een paddenstoel, Judasoor.
Joost Kievit