Vogels trekken ook door de hoeksche waard

Gepubliceerd door Bart Kingma op

Groep smienten (Vogelwerkgroep Hoeksche Waards Landschap, Arie Leijdens)

Vanaf eind augustus tot in november vindt een van de meeste spectaculaire natuurfenomenen plaats. De (na)jaarlijkse vogeltrek.

Vele miljoenen kleine en grotere vogels vliegen dan zuidwaarts om zo de winter voor te zijn en een veilig heenkomen te zoeken.

En uiteraard is dit schouwspel ook in de Hoeksche Waard te bewonderen.  Zo komen bijvoorbeeld in augustus alweer de eerste groepen goudplevieren hoog over en kun je ze met een beetje geluk neer zien strijken op een van de akkers. Inmiddels klinkt ook ’s nachts het ijle ‘striii’ van de koperwiek, een lijsterachtige uit Scandinavië en Siberië. Je kunt deze vogel met z’n koperkleurige oksels in de winter samen met andere lijsters in grote groepen op grasvelden of in struiken of bomen tegen komen.

Koperwiek (Vogelwerkgroep Hoeksche Waards Landschap, Arie Leijdens)

Een vogel die zich ’s nachts ook goed laat horen is de Smient, een zeer kleurrijk eendje met een kenmerkende hoge ‘wiew’ fluittoon.

Smient (Vogelwerkgroep Hoeksche Waards Landschap, Arie Leijdens)

Net als de koperwiek trekken er nog vele andere soorten ‘s nachts over waar je zo goed als niets van hoort. Zo trekken roodborsten bijvoorbeeld ook ’s nachts dus mogelijk dat de roodborst die ’s morgens in je tuin aan het scharrelen is de afgelopen week overgekomen is uit Noorwegen.

Een mooi moment om de vogeltrek te zien is rond zonsopgang bij weinig wind op een stille plek. En dat kan zo maar je eigen achtertuin zijn! Vaak trekken rond die tijd grote hoeveelheden lijsters, vinken en graspiepers als kleine stipjes over. Vaak hebben soorten kenmerkende vluchtroepjes waaraan je ze kunt herkennen.

En dat het daarbij om grote aantallen kan gaan blijkt uit een tel-ochtend door een vogeltrekteller in de Hoeksche Waard op 1 oktober j.l. waarbij o.a. ruim 4000 zanglijsters werden geteld!

Het vliegen kost een hoop energie, zeker bij een dagenlange, stevige en koude tegenwind.

Van groot belang is dus dat er tijdens de reis met regelmaat goed gegeten en geschuild kan worden.

Sommige vogels tanken bij langs slikkige randjes aan het Haringvliet. Andere trekvogels, zoals het goudhaantje of de pimpelmees trekken liefst in de luwte van boomkruinen of struiken waarin ondertussen ook gezocht kan worden naar voedsel. Ook daarom zijn de bomenrijen, heggen en hagen in de Hoeksche waard van groot belang.

HW zoemt heeft al vele inheemse bomen en (bes-dragende) struiken zoals Meidoorns, Gelderse rozen en Sleedoorns aangeplant die, eenmaal groot geworden ook aan onze trekvogels tijdens de najaarstrek een bijdrage aan een voorspoedige tocht zullen leveren. Hier vindt je een overzicht van onze gerealiseerde projecten.

Wil je meer weten over trekvogels of vogels kijken in het algemeen? Neem dan eens contact op met de vogelwerkgroep van het Hoeksche Waards Landschap.

En mocht je je samen met HW zoemt in willen zetten voor meer biodiversiteit in de polder neem dan hier contact met ons op.

(Foto’s met dank aan de vogelwerkgroep Hoeksche Waards Landschap, Arie Leijdens)

Categorieën: BlogVogels

[ssba-buttons]