Wilde kruisdistel
Het is geen distel, maar de vlijmscherpe stekels geven hem wel het uiterlijk van een distel. De Wilde of Echte kruisdistel behoort tot de familie van de schermbloemen. De bloemen zijn wit. Dit in tegenstelling tot die van z’n familielid de Blauwe zeedistel. De Wilde kruisdistel is een plant van zonnige, open tot grazige plekken. Hij groeit op kalkhoudend zand en zandige klei. Je vindt hem op dijken en rivierduinen in de Delta en langs de grote rivieren.
De stekels zijn een uitstekende bescherming tegen vraat. Wilde kruisdistel wordt door vee gemeden en door boeren gehaat. En om die reden ook vaak bestreden. Anders kan hij zich prima in weilanden handhaven. Groepjes van deze plant bieden bescherming aan andere weideplanten. Die dan niet voortijdig worden afgegraasd.
Hommels en andere insecten bezoeken de bloemen en zorgen voor bestuiving. In het najaar sterven de stengels af en deze waaien rollend naar andere plekken. Zo verspreid de Wilde kruisdistel z’n zaden. De Kruisdistel-oesterzwam parasiteert op de afstervende wortelhals.
In vroeger tijden werden de wortels van de Wilde kruisdistel rauw of gekookt gegeten. Ze zouden naar asperges smaken. Met suiker gekonfijt zouden de jonge wortels een smakelijk hapje zijn.
Joost Kievit