Gewoon nagelkruid

Gewoon of Geel nagelkruid behoort tot de rozenfamilie. Het is een middelhoge overblijvende plant met een lange bloeitijd. De gele bloemetjes zijn er van de voorzomer tot in de herfst. Het is een algemene plant die op veel grondsoorten groeit. Meestal in de halfschaduw. Insecten zorgen voor de bestuiving maar zelfbestuiving schijnt ook voor te komen. De zaden met hun haakvormige aanhangsel blijven aan de vacht van dieren hangen en zo vind verspreiding over soms grote afstand plaats.

De wortelstok ruikt iets naar kruidnagel. Vandaar de naam Nagelkruid. Vroeger werd hij ook wel Kruidnagelkruid of Benedictuskruid genoemd. Men gebruikte jonge blaadjes en stengels in salades en soep. De wortels gaven smaak aan wijn en bier en dienden om te voorkomen dat bier zuur werd. Gewoon Nagelkruid gebruikte men in de leerlooierij en van de wortel werd rode en paarse verf gemaakt. In kledingkasten hield het motten en zilvervisjes op afstand.

Ook in de volksgeneeskunde gebruikte men Gewoon nagelkruid voor tal van doeleinden. Bij aandoeningen van de maag, buikloop en bij gebrek aan eetlust. Om de mond te spoelen bij ontstekingen en in badwater tegen aambeien en huidaandoeningen.

Joost Kievit