Paardenbloemstreepzaad

Voor mij was het een eerste kennismaking. Op een prachtige bloemdijk in Ouddorp trof ik  Paardenbloemstreepzaad. Deze plantensoort is redelijk algemeen in de delta en zeldzaam elders in het land. Hij behoort tot de composieten familie ofwel de samengesteldbloemigen. Een bloem is als het ware een hele bos kleinere bloemetjes. Lintbloemen in dit geval. Niet alle composieten hebben ook buisbloemen zoals bijvoorbeeld de Margriet.

De Nederlandse naam is een open deur. Het zaad is gestreept. Het is eigenlijk een nootvruchtje met vele ribben. En het blad lijkt op dat van de paardenbloem. De wetenschappelijke geslachtsnaam Crepis komt uit het Grieks. Het betekent zoiets als schoenzool en dat slaat op de plat op de grond liggende wortelbladen. Paardenbloemstreepzaad is eigenlijk een ondersoort van een soort die in het Middenlandse zeegebied voorkomt. Hij wordt wel een neofyt  genoemd die ergens in de 19^e eeuw in ons land is ingeburgerd.

Paardenbloemstreepzaad groeit veel op dijken en in bermen op kalkrijke grond maar hij schijnt zich – vooral sinds de jaren 80 van de vorige eeuw – ook elders in het land te vestigen op minder kalkrijk plekken. Vliegen, bijen, zweefvliegen en andere insecten vinden voedsel op deze plant en zorgen voor bestuiving.

Joost Kievit